Vluchtplanning

Vluchtplanning – Branduitgangen gebruiken om veilig te ontsnappen

Nooduitgangen moeten strategisch zijn geplaatst, met een naar buiten openende deur met een valbeugel en naar buiten leidende borden. Weten waar je de nooduitgangen kunt vinden in een gebouw dat je vaak bezoekt, kan je leven redden. Naar binnen openende, draaiende en schuifdeuren zijn onaanvaardbaar voor gebruik als nooduitgangen, omdat ze mogelijk open moeten worden vastgezet met een grendel of ketting als de deur nodig is als vluchtroute.

In het VK is één uitgang voldoende voor gebouwen waar niet meer dan 60 mensen werken, zolang het gebouw zich alleen op de begane grond bevindt. De buitenkanten van nooduitgangen moeten vrij worden gehouden en gemarkeerd met een geschikt bord voor vrijhouden. Wanneer het gebouw in gebruik is, moeten de uitgangen goed verlicht zijn door normale lichtnetverlichting. Zodra uw werkplek een geplande beoordelingscursus volgt, kunnen onveilige omstandigheden worden herkend en gecorrigeerd voordat ze ernstig letsel veroorzaken.

Hoeveel uitgangen moet een woning hebben?

Leer de locatie van vluchtroutes voor brand en hoe u het brandalarm inschakelt. In sommige grotere gebouwen kan het nodig zijn om “opvangplaatsen” beschikbaar te stellen voor gehandicapten of bejaarden die op hulp moeten wachten. Onthoud ook de uitgangen van trappenhuizen, aangezien liften mogelijk niet werken tijdens een brand, of passagiers kunnen blootstellen aan gas, hitte of rook.

Het is van belang dat er voldoende en adequate nooduitgangen zijn zodat mensen bij brand veilig en snel het gebouw kunnen verlaten zonder gevaar te lopen. Het gecombineerde gebruik van gewone en speciale nooduitgangen zorgt voor een sneller massavertrek, terwijl het ook een andere optie geeft als de route naar de gebruikelijke nooduitgang wordt geblokkeerd door brand, enz.

Het aantal mensen dat mogelijk gebruik zou kunnen maken van de uitgang, samen met een aantal andere factoren, zal bepalen hoeveel nooduitgangen in elke situatie worden gebruikt. De nooduitgangen moeten verspreid over het gebouw zijn, zodat mensen een veilige vluchtroute kunnen bereiken. Vluchtroutes moeten te allen tijde vrij worden gehouden. Brandbeveiligingsmaatregelen kunnen de installatie van branddeuren omvatten, een veelvoorkomend verschijnsel in grotere gebouwen.

Het hebben van een goed vluchtplan zal het aantal doden door brand aanzienlijk verminderen en de veiligheid van u en uw medewerkers beschermen als er brand ontstaat. Onthoud dat bij brand de tijd de grootste vijand is en dat elke seconde telt! Oefen minimaal twee keer per jaar ontsnappingsplannen. Wijs een vergaderlocatie aan op minimaal 150 meter afstand van het gebouw, maar niet noodzakelijk aan de overkant van de straat. Denk eraan om eerst te vluchten en daarna de brandweer te waarschuwen.

Kleine brandprocedures

Als een kleine brand beheersbaar lijkt, doe dan het volgende:

  1. Vermijd persoonlijk letsel en extreme risico’s
  2. Waarschuw mensen in de directe omgeving en laat het alarm afgaan
  3. Bel de brandweer
  4. Smoor het vuur of gebruik de dichtstbijzijnde brandblusser
  5. Zorg altijd voor een manier om de kamer te verlaten

Waarschuw onmiddellijk de brandweer als de brand onbeheersbaar lijkt en verlaat vervolgens alle kamers, sluit alle deuren om de brand te beperken en de zuurstof te verminderen. Volg je evacuatieplan en loop snel naar de dichtstbijzijnde gemarkeerde uitgang en vraag anderen hetzelfde te doen. Assisteren van gehandicapten bij het verlaten van het gebouw. Indien nodig, assisteer je de hulpdiensten indien nodig. Ga niet terug naar een geëvacueerd gebouw voordat de hulpdiensten hebben verklaard dat dit veilig is.

Elk werkplaatsgebouw dient te beschikken over ten minste twee afzonderlijke ontsnappingsmiddelen. De plaatselijke brandweer moet van tijd tot tijd een fabrieksdoorgang maken om de brandveiligheid te controleren en om ervoor te zorgen dat de nooduitgangen ver genoeg van elkaar verwijderd zijn, zodat een brand in één gebied niet beide of alle uitgangen blokkeert. Nooduitgangen mogen nooit worden vergrendeld of geblokkeerd wanneer mensen in het gebouw werken.